Fantasia – Barokke solo improvisaties
Ik houd van verhalen vertellen. Met muziek kun je de mooiste verhalen vertellen en in mijn eentje voor een publiek improviseren vind ik daar een geweldig medium voor. Na een tijdje kom je wel jezelf een beetje tegen en ik realiseerde me dat ik mijn kunsten wilde verdiepen en verbreden. In mijn project fantasia probeer ik via Telemanns “Fantaisies a flute sans basse” mijn horizon te verrijken. Laat het me weten als je interesse hebt om ook te leren improviseren op je instrument. Ik heb mensen improvisatie workshops gegeven op euphonium tot cello, dus iedereen is welkom!
Georg Philipp Telemanns Fantasias
Telemann houdt nog altijd het record voor meest geschreven composities. Hij leefde lang, maar desalniettemin zou je kunnen zeggen dat vele composities als improvisaties op de pagina werden geschreven. In Telemanns autobiografieën beschrijft hij hoe hij verschillende stijlen en muzieksoorten tijdens zijn leven tegenkwam en assimileerde.
Telemanns Fantasias voor fluit solo zijn in die zin een geweldige microkosmos van de Duitse barokmuziek. Allerlei stijlen, genres en vormen komen voor in kleine, perfect uitgebalanceerde composities. Barthold Kuijken suggereert ook in zijn voorwoord tot deze stukken, dat de collectie te vergelijken zou kunnen zijn met Bachs Inventionen. In het voorwoord van de Inventionen schrijft Bach ook dat deze stukken onder andere bedoeld zijn om te laten zien hoe je een inventie, een compositie, kunt uitwerken.
Fantasias, preludes en improvisaties
Bij Telemanns Fantasias vinden we geen voorwoord. Het is zelfs zo dat het manuscript dat teruggevonden is een voorblad heeft waarop staat dat de fantasieën bedoeld zijn voor viool. Wat hij er dus precies mee bedoelde weten we niet met 100 procent zekerheid te zeggen. Ik denk zelf dat hij het woord Fantaisie gebruikte omdat de bij elkaar gebrachte stukjes normaliter niet echt een norm uit die tijd volgen. De Franse Suite is alleen een ouverture en een dansant deeltje bijvoorbeeld. François Chauvon deed zoiets met zijn Tibiades. Hij schreef wel een voorwoord en zegt daarin dat hij een nieuw soort genre introduceert, de Tibiades. De deeltjes van deze ‘suittes’ zijn niet heel nieuw, maar wel de combinatie van deze deeltjes op deze manier samengebracht. Lees hier meer over de Tibiades van Chauvon.
Fantasias werden in die tijd daarentegen wel degelijk gezien als improvisatorische stukken en improvisaties als de beste versies van een componist zijn of haar kunnen. Zo zijn er bijvoorbeeld de fantasias van petekind C. Ph. E. Bach en is er al veel eerder een boek in de 16e eeuw over het improviseren van fantasias in Spanje op een toetseninstrument.
Werd er dan niet geïmproviseerd op blaasinstrumenten?
Ja zeker! In de 18e eeuw is wat dat betreft Hotteterre’s “L’art de Preluder” het meest interessante document. Hotteterre geeft hierin een methode hoe kleine solo’s te improviseren met voorbeelden voor de blokfluit, hobo en dwarsfluit. Het werd dus wel gedaan!
Het project
In dit project probeer ik aan de hand van de fantasias mijzelf te leren hoe ik grotere improvisaties in elkaar kan zetten als solist. Ik ben daarbij benieuwd naar improvisaties op zowel mijn barokhobo’s als blokfluiten. Ik ben hier aan begonnen als een master onderzoek aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag.
De meest interessante aspecten zijn voor mij de ademhaling, harmonische kennis, polyfonie en de kennis van standaard structuren in de barok tijd.
Het geweldige van improviseren op een toetseninstrument is dat je eindeloos door kunt gaan met bijvoorbeeld een mooie arpeggio reeks. Op een blaasinstrument moet je daarentegen ademhalen. De Allemande voor fluitsolo van J. S. Bach is een goed voorbeeld waarin er niet echt werd gedacht vanuit dit principe en je eigenlijk de hele tijd door moet gaan. Telemann heeft echter met zijn stukken een mooie balans weten te vinden tussen ‘lijn’ en ademhalingsmomenten.
Als blazer spelen we vaak een melodie en zijn we minder bezig met de directe harmonische constructie van een stuk dan bijvoorbeeld een klavecinist. Met improvisaties en vooral solo improvisaties kan dat niet. Het is dus voor mij ook heel interessant om te ontdekken, onderzoeken en ondervinden wat voor harmonische progressies onder veel van mijn meest geliefde muziek schuilgaan.
En, de vraag is, hoe kun je op een blaasinstrument dan de suggestie wekken dat je niet alleen die melodie speelt, maar ook de harmonie, of in sommige gevallen bijvoorbeeld twee stemmen (polyfonie). Telemann is wat dat betreft een absolute meester. Het is redelijk goed te doen om de adem en harmonie te integreren in improvisaties, maar dit element, de polyfonie is heel moeilijk te leren (vind ik). Vooral, omdat je bij Telemann als gevolg van de polyfonie een soort derde melodie krijgt, een resulterende melodie van de twee stemmen samen, die je dus zowel als aparte stemmen hoort, maar ook samen als weer een nieuw melodisch gegeven: geniaal!
Verder, zoals ik aan het begin al zei, zijn de fantasieën een caleidoscoop van heel veel vormen en soorten muziek die in Telemanns tijd gangbaar waren. Een schatkist aan ideeën om improvisaties rondom op te zetten dus!
In 2017 zal ik dit project langzaamaan op het internet gaan brengen. Tot dan!