DE•PARTITA
Johann Sebastian Bach was een meester op het orgel. Een orgel kan verschillende noten tegelijkertijd spelen wat resulteert in akkoorden & meerstemmigheid. De meeste solo werken uit Bachs tijd zijn voor zo een meerstemmig instrument.
Een van de grote uitzonderingen daarop is Bachs BWV 1013 voor fluit solo: de fluit kan maar één klank tegelijkertijd voortbrengen en toch impliceert Bach meer dan eenstemmigheid.
In de westerse klassieke muziek zijn blaasinstrumenten (bijna) altijd monodisch, terwijl er in de rest van de wereld juist ontzettend veel blaasinstrumenten zijn die meerdere klanken tegelijkertijd voortbrengen, zoals de doedelzak, allerhande dubbelfluiten, trippel hobo’s, dubbel klarinetten en ga zo maar verder. Dit zijn als het ware de orgels uit deze streken.
Men speelde vaak geïmproviseerde preludes voordat een stuk begon, soms zelfs een prelude voor elk deel. Dit laatste weten we bijvoorbeeld van de blinde pas dertienjarige fluitist Friedrich Dülon bij de uitvoering van het enige werk voor fluit solo van Carl Phillip Emmanuel Bach.
In dit programma combineer ik deze twee ideeën in een prelude voor elk partita deel op een meerstemmig etnisch blaasinstrument dat ook in de tijd van Bach elders werd gebruikt. Er ontstaat een spanningsveld tussen de eenstemmige, maar meerstemmig bedoelde muziek van Bach voor het blaasinstrument fluit, en de ‘meerstemmige’ muziek die deze etnische instrumenten voortbrengen.
Elk deel zal ook een geïmproviseerde double krijgen. De fluit partita heeft namelijk een ‘spiegelziel’ in de b mineur partita BWV 1002. Het heeft exact dezelfde delen, maar, elk deel krijgt daar een double. Dit was in Frankrijk een normale improvisatie praktijk, die hier wordt toegepast op het fluitstuk van Bach.
Zo is elk deel van Bachs partita een vertrekpunt (‘depart’) voor een triptiek van een etnisch polyfoon blaasinstrument, Bachs werk en mijn improvisatie.
Live Luistervoorbeelden Kloosterkerk Den Haag:
Prelude op Naw uit Thailand
Fragment BWV 1013 Solo: Sarabande op hobo da caccia